zondag 17 juli 2011

Schrijversego

Ik kan veel beter schrijven dan menig columnist of blogger. Ben ik doorgaans bescheiden, dit zeg ik van mijzelf zonder met de ogen te knipperen. In de aanloop naar dit blog las ik talloze tijdschriften en kranten. Op zoek naar het geheim van de meester. Nou, ik vrees dat Martin Bril dat in zijn graf meegenomen heeft. Columnisten heten tegenwoordig gastredacteur. Iedereen kan dat worden. Pakweg een seizoentje in de jury van wéér een talentenwedstrijd volstaat. Of getrouwd zijn met een voormalig Wimbledonwinnaar. Redacties zijn opgedoekt, want stukjes worden aangeleverd en het volk is juist dol op gebrek aan kwaliteit. Het is maar goed dat ik als schrijver een hoge eigendunk heb. Toen ik aan tafel terloops meldde dat ik een blog startte, verslikten mijn kinderen zich van het lachen. “Maar paps, jij kan amper googelen.” Zelf zijn ze vergroeid met allerlei gadgets. Ze krijgen enge verschijnselen als ze langer dan een kwartier geen mail of sms kunnen checken. Of ze raken depressief na een ontvriending door iemand die ze nog nooit in levende lijve ontmoet hebben. Natuurlijk viel het schrijven tegen. Mijn laptop moest het al meer dan eens ontgelden. Maar, luctor et emergo! Martin Bril ziet vanuit de boekenkast op mijn zwoegen toe. Heel af en toe meen ik zijn stem te horen, de keren dat mijn vrouw de studeerkamer binnenkomt, in een rokje.