zondag 11 september 2011

Stotteren

Van travestieten moet ik aan de logopedie. Als ik met ze praat, dan zien mijn hersenen pruik, boa en lippenstift, maar seinen mannelijke grammatica door. Pogingen van mij om te corrigeren, eindigen vaak met een onzijdig gemompel. Mijn laatste ontsporing was op een dagje workshoppen over biseksualiteit. In de laatste pauze, op weg naar het afsluitende feest, had een aantal heren zich verkleed. De visagie was top. Van de meesten kon ik mij onmogelijk herinneren of ik ze eerder die dag in een broek gezien gehad. Op de trappen van het gebouw was het soms dringen geblazen. Een groepje stijgende travo’s raakte vast. Giebelend probeerden we ons langs elkaar te wurmen. Ineens voelde ik een stekende pijn aan mijn rechtervoet. Hoewel mijn gezicht warmpjes tegen een schuimrubber voorgevel geplakt was, kon ik nog net zien dat ik aan een stiletto gespietst was. Afgaande op de bijbehorende dame, drukte 100 kilogram per vierkante centimeter op mijn wreef, volgens wiki de bijtkracht van een forse hond. Wat was hier de etiquette? ‘Hé lul, doorlopen met die schuiten’ liet ik wel uit mijn hoofd. Een kameraadschappelijke por was te overwegen. Of zou ik haar galant complimenteren met de parfum die uit haar decolleté opsteeg, om vervolgens te hinten dat feestgangers verderop ook vast het luchtje wilde ruiken? Een wave in de file verloste mij van het dilemma. Hinkelend zocht ik een barkruk op. Terwijl ik zurig bedacht dat de feestorganisatie beter op wapenbezit moest controleren, schoof er geruisloos een beeldschone travo naast mij. “Dag jochie, wil je wat van mij drinken?” Dáár hadden mijn hersenen geen moeite mee. Ik articuleerde een duidelijk ‘ja’. Misschien was ik genezen.