maandag 1 augustus 2011

Prikangst

Ik heb lang geaarzeld om meer dan handwerk met mannen te doen. Vaccinaties doen mij namelijk flauwvallen. Kleine prikjes maak ik nog wel bewust mee, bij grotere prikken kan ik beter zitten. Of liggen.Pulp Fiction had ik met mijn fobie nooit mogen zien. Bij de dokter ben ik een vader van niks. Zo presteerde een zoon het eens om zijn witte kleren onder te bloeden. En flink ook. Hij wilde in onze speeltuin wisselen met een collega wipwapper. Die stapte sneller af dan hij verwachtte. De terugverende balk maakte een klein, maar diep sneetje in zijn wenkbrauw. Alsof hij een vuurpeloton overleefd had, wankelde de zoon de keuken in. De huisarts was laconiek. Twee haaltjes met draad en naald en hups! lekker verder spelen. Omdat hij vond dat jongens ook gevoelens hebben, gooide hij er nog een verdovinkje van de zaak tegenaan. Dat was teveel voor mij en weg was ik. De meeste recente ervaring was bij een orthopeed. Die constateerde een bevroren schouder. Prima te verhelpen met fysiotherapie, maar niet zonder eerst een injectie. “Nou, dan maken we toch een nieuwe afspraak,” mompelde ik. Dat vond de arts onzin. Het was immers een babyspuitje dat in drie tellen gezet was, terwijl hij in het naastgelegen kamertje al rommelde in een koelkast. Voordat ik het besefte greep hij ineens stevig mijn nekvel. Maar goed ook, want terwijl hij toestak begon ik zachtjes van het krukje te glijden. Nog één hepa-prikje en dan ben ik van de GGD af, dacht ik. Fout, want er zijn nog andere enge ziektes waarvoor de GGD graag bloed prikt. Elk half jaar. Misschien moet ik maar weer de kast in totdat mijn fobie verholpen is.

Geen opmerkingen: